de flexibiliteit van Agile frameworks

De wijze waarop teams agile leren werken wordt vaak beschreven met het ShuHaRi model. Dit concept komt van origine uit de Japanse gevechtskunst en beschrijft hoe men zich ontwikkelt van leerling tot meester. Als gedachte experiment introduceer ik echter graag het RiHaShu model!

In de context van agile gaat dit als volgt. In de eerste fase volgen teams de regels van wat het betekent om agile te werken (‘Shu’). Vervolgens breken teams de regels doordat ze leren van persoonlijke ervaringen (‘Ha’). Tenslotte maken teams hun eigen regels (‘Ri’).

Ik word altijd een beetje onrustig van dit model. Want wie bepaalt ‘de regels’? Uitgaande van het feit dat onze omgeving continu in verandering is, kun je je voorstellen dat de effectiviteit van regels juist heel contextafhankelijk is. Men beweert niet voor niets dat de grootste reden waarom agile transities mislukken, de mismatch is met de bestaande organisatie cultuur. Met andere woorden, we erkennen onvoldoende de verschillen tussen mensen, teams en organisaties. Als gedachte-experiment introduceer ik daarom graag …

… het RiHaShu model!

In de ‘Ri’ fase bepalen teams zelf de regels op basis van agile waarden en principes. Agile methodieken kunnen hierbij helpen, maar zijn niet leidend. Op deze manier stem je processen af op de context en het leerproces van de teams. In de ‘Ha’ fase breken teams hun eigen regels door veranderende omstandigheden. Vragen die teamleden zichzelf kunnen stellen zijn: Waarom doen we het zo? Hoe heeft het tot nu toe voor ons gewerkt? Wat zou er beter kunnen? Een agile coach kan ze hierbij helpen. Tot slot volgen teams hun nieuw gemaakte regels (de ‘Shu’ fase). Kortom, je stelt teams in staat zichzelf te leren organiseren, ook in tijden van verandering.

Toegegeven, het is een uitdaging om de juiste balans te vinden tussen structuur en flexibiliteit. Al denk ik dat het zeker geen kwaad kan om deze balans wat verder te onderzoeken.